Lexa Woods
Aantal berichten : 38 IC-berichten : 2 Leeftijd : 21 Character sheetBijzonderheid: NatblidaUiterlijke leeftijd: 18Quote: Love is weakness. | Onderwerp: Blood must have blood vr jun 16, 2017 10:54 pm | |
| Stilte was het enige waar de natblida op dit moment naar verlangde. Ze was Clarke kwijtgeraakt en nog steeds werd ze elke dag wakker met het idee dat zij naast haar zou staan, de confrontatie met de heda zou aangaan. Nog steeds zag ze hoe Clarke kom Skaikru daar lag, hulpeloos, terwijl Bellamy Blake niks deed behalve huilen. Op dat moment kon Lexa wel een kogel door zijn kop schieten, maar Clarke had haar hulp het eerst nodig gehad. Hoe ze aanstalten maakte naar haar toe te lopen en het bloed te stoppen, hoe ze werd tegengehouden door Octavia en zei dat Bellamy een moment met Clarke nodig had terwijl ze dood lag te gaan. Alles lag nog zo vers op haar netvlies. Té vers. Sinds dien ging ze van lus naar lus, Trikru ontwijkend. Helios hinnikte luid toen Lexa in zijn richting stapte. "Ha yu ai friend?" Mompelde ze terwijl ze haar vingers door zijn lange zwarte manen haalde. Zacht brieste de zwarte hengst door haar aanraking en al snel had Lexa het hoofdstel bij hem in gedaan. Via een opstapje klom ze op zijn zadel loze rug en liet hem een beetje warm lopen voordat ze hem in galop aanspoorde. Ze liet de teugels los en spreidde haar armen. De wind door haar haren liet haar alles van eerder vergeten en met een glimlach zat ze daar op de rug van Helios. Ze trok zacht aan de teugels en stapte verder. Golven sloegen op de rotsen van de cliffs. Onrustig keek Helios om zich heen en Lexa spande haar spieren. Haar hand lag op het handvat van haar zwaard. "Chon yu bilaik!" Bulderde ze en ze gleed van haar paard. - Spoiler:
Ha yu ai friend - how are you my friend Chon yu bilaik - Who are you
//Laura Kinney Nog bij de cliffs
Flut :3 All you have is your fire, and the place you need to reach don't ever tame your demons, but always keep them on a leash. |
|
Laura Kinney
Aantal berichten : 18 IC-berichten : 2 Leeftijd : 25 Accounts : Laura
Alexander
Jessica
Adriano
Koda Character sheetBijzonderheid: adamantium clawsUiterlijke leeftijd: 12Quote: I'm not X-23. I'm not your experiment. I'm not your property! You are the last person who will ever think they can own me. No one owns me! I'm not a thing. I'm Laura Kinney! I'm the daughter of Sarah. I'm the daughter of Logan. I'm Wolverine!!! | Onderwerp: Re: Blood must have blood za jun 17, 2017 3:26 pm | |
| Laura Kinney is een meisje dat het liefst alleen is, op een plaats waar ze geen gesprekken met personen moest hebben, waar anderen niet zeiden wie ze moest zijn of wat ze moest doen. The Facility had haar onwillig opgevoed als een levend moordwapen, ze moest meermaals mensen vermoorden. Overal waar ze heen ging werd een spoor van bloed en dode mensen achtergelaten. Laura werd zelf geforceerd om haar moeder te vermoorden. Als X-23 had ze geen wil, en daar hadden de mensen van The Facility wel voor gezorgd. Een bepaald soort serum zorgde ervoor dat ze deed wat van haar verwacht werd, moorden. Nu was ze nog altijd een moordmachine, wat ze absoluut haatte. Laura zou vast niet lang in deze zogenoemde lus verblijven, waarschijnlijk zal ze, zoals elke andere plaats, zich hier niet thuisvoelen. Vertrekken doet ze sowieso ooit want, ook al heeft ze iemand, ze moet weg. Doordat zij niet erg handig is met gevoelens, loopt ze makkelijker weg dan haar gevoelens aan te gaan.
Het meisje liep langs het strand met haar haren in de wind, ze rook het zeezout als de beste door haar bovenmenselijk reukvermogen. Zij was Laura Kinney: dochter van Sarah Kinney, dochter van Logan. Zij was Wolverine! Het meisje besloot naar klif te gaan, waar ze zeker en vast een goed uitzicht zou hebben op deze eindeloze zee. Als ze naar de zee keek verdwenen haar gedachten, verdween al de mensen die ze moest vermoorden. Aangekomen aan de kliffen, snoof ze weer eens de zoute lucht. Een andere geur doordring haar neus binnen, een vreemde stroperige geur van een meisje dat enkele meters ver van haar stond. Vastbesloten ging Laura gaan kijken welk meisje zo vreemd rook, maar dat wou ze doen zonder haar aandacht te trekken. Sluipend maakte ze een hele boog om het meisje en verstopte zich in de struiken. Het bruinharige meisje zag er groot uit, maar haar aandacht werd getrokken door het mooie paard dat naast haar stond. Het was een sierlijk zwart paard met zwarte manen. Laura was altijd gefascineerd geweest door deze prachtige wezens. Zelf heeft ze nooit op een paard gezeten maar het was haar allerdiepste wens om dit eens te doen. Het meisje schrok hevig toen de vrouw haar opmerkte en naar haar riep: ‘Chon yu bilaik!’ Laura schrok zich zodanig dat ze zich snel omdraaide en wegliep.
Ze dacht niet na over naar waar ze zou lopen, talloze struikjes en bomen passeerde ze waarna ze uiteindelijk aan de rand van het dorp kwam. Even trok ze haar neus op en keek ze naar links en recht. Aan de ene kant zag ze een oude vrouw in een schommelstoel met een pijp die vreselijk stonk, ze trok even haar neus op en keek naar de andere kant waar een markt stond. Besluiteloos liep ze zo snel ze kon doorheen de mensenmassa, verschillende mensen verschoten van de plotse duwen van het kleine meisje. Het was niet erg abnormaal dat vele mensen haar niet opmerken doordat ze nog jong en klein was. Een kind, ongeveer haar leeftijd, die ze blijkbaar te hard had geduwd waardoor die op de grond viel. Waarschijnlijk haar vader schreeuwde scheldwoorden naar haar toe en achtervolgde Laura om haar te doen stoppen. Opgejaagd bleef ze doorlopen tot ze besefte dat ze in een doodlopende straat was gelopen. Ze vloekte enkele woorden in het Spaans en draaide zich om en zag dat enkele mannen voor haar stonden. Ze had geen keus meer, X-23 moest moorden...
Het meisje balde haar vuisten, stapte met opgetrokken neus naar de mannen toe. De ene man was breedgeschouderd met een dikke snor, de andere man had lang blond haar opgestoken in een staart. Het meisje liet zich weeral leiden tot haar instinct, met een snikt liet ze haar klauwen tevoorschijn komen. Ze versnelde haar pas, bracht haar klauwen naar voor en sprong op de weglopende man met paardenstaart. Haar klauwen gingen als boter doorheen het vlees, de man spartelde en viel schokkend op de harde grond. Het opspattend bloed, dat ze veroorzaakt had, deerde haar niet, ze was dit namelijk al gewend. Ze gromde boos waarna ze zich draaide naar de man met de dikke zwarte snor. De man smeekte om vergeving, maar dit meisje was niet bepaald van het vergevend type, neen ze moest en zou slechte mensen doden. Er ontsnapte een dierlijke grom van haar keel toen ze zich gereed maakte voor de volgende aanval. |
|